Direct naar content

Dit doe je voor een organisatie

Ben je verantwoordelijk voor een goede omgang met infectierisico’s binnen een hele organisatie, dan is het vooral van belang om tot een integraal beleid te komen. Er is veel te regelen en te doen: hieronder vind je praktische aanknopingspunten. Je kunt telkens doorklikken naar nadere informatie en tips.

Beleid tegen infectierisico’s: plan van aanpak

De RI&E vormt de basis voor een plan van aanpak om de risico’s op gebied van infectieziekten te beheersen. Een plan op hoofdlijnen werkt in de praktijk het best: zo voorkom je dat je door allerlei nadere details het zicht op het grotere geheel verliest. Hieronder vind je een overzicht van aandachtspunten en onmisbare ingrediënten.

Doe het niet alleen

Om zowel cliënten als medewerkers te beschermen tegen infectierisico’s is een integraal beleid nodig. Omdat het infectiepreventiebeleid vaak met name is gericht op de cliënten, dekt het niet de volledige lading als het gaat om risico’s voor de medewerkers. Dit geldt zeker voor de arborisico’s die niet zo zorgspecifiek zijn: de niet-cliëntgebonden handelingen. Zorg dus dat je goed samenwerkt met de persoon die in jouw organisatie verantwoordelijk is voor het infectiepreventiebeleid gericht op cliënten, zodat jullie niet langs elkaar heen werken maar elkaar versterken.

Werk samen met de ondernemingsraad

De OR heeft instemmingsrecht bij alle regelingen op het gebied van het arbeidsomstandighedenbeleid. Hieronder vallen ook de RI&E en het plan van aanpak. Door de OR vanaf het begin bij het proces te betrekken, vergroot je de kans op een efficiënte instemmingsprocedure. Bovendien doe je zo direct je voordeel met input vanaf de werkvloer. Deze catalogus bevat een praktisch overzicht van de rechten en plichten van de OR op het gebied van infectieziekten.

Ingrediënten van een goed beleid

De onderdelen die in een compleet beleid zeker opgenomen moeten  zijn:

  • Een beschrijving van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van infectierisico’s voor medewerkers (en cliënten).
  • Een overzicht van functies met de bijbehorende risico’s op infecties én de beheersmaatregelen (aanvullende RI&E).
  • Specifieke maatregelen ten aanzien van groepen die extra kwetsbaar zijn of bijzondere risico’s opleveren.
  • Specifieke werkinstructies voor risicovolle werkzaamheden. In ieder geval: verplicht gebruik van veilige naaldsystemen, een verbod op recappen en plicht tot direct opbergen van mesjes en naalden in de naaldcontainer. Maar denk ook aan de voorwaarden bij het omgaan met cliënten met een ernstige besmetting.
  • Een programma dat beschrijft op welke wijze medewerkers, cliënten en derden worden voorgelicht en geïnstrueerd over infectierisico’s en te nemen maatregelen.
  • Een beleid op het gebied van vaccinatie. Stimuleer vaccinatie Hepatitis B en overweeg om dan hepatitis A ook mee te nemen (geringe meerkosten).
  • Een hygiënebeleid (persoonlijke hygiëne, schoonmaak in het algemeen en specifieke reiniging en desinfectie). Er mag geen ethanolhoudend desinfectiemiddel gebruikt worden (kankerverwekkende stof). Als dit technisch gezien toch moet omdat het niet anders kan, dan moet dit onderbouwd worden.
  • Beleid met betrekking tot het verstrekken geschikte werkkleding, medische hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen (ook voor niet-cliëntgebonden werkzaamheden).
  • Een noodprocedure die duidelijk maakt wat er moet gebeuren als zich een prik-, bijt,-snij of spatincident met besmettingsgevaar voordoet, zowel medisch als op het gebied van psychosociale begeleiding (prikaccidentenprotocol).
  • Een draaiboek/Uitbraakplan voor de aanpak van uitbraken/noodsituaties (denk bijvoorbeeld aan het Noro-virus, MRSA, COVID-19, de Mexicaanse griep of Q-koorts) en melden van uitbraken aan de GGD.
  • Richt een procedure in om ervoor te zorgen dat ieder incident met besmettingsgevaar wordt geregistreerd en geanalyseerd (achterliggende oorzaken in kaart gebracht worden).

Benut beschikbare tools en voorbeelden!

In onderstaande tools en praktijkvoorbeelden tref je een schat aan informatie en hulpmiddelen aan om het beleid vorm te geven.