Direct naar content

Dit doe je voor jezelf

Als je op het gebied van infectieziekten besmetting wilt voorkomen, is persoonlijke hygiëne erg belangrijk. Daarnaast is het van belang dat je zorgvuldig werkt in situaties waar blootstelling kan optreden. Wat dit concreet betekent vind je hieronder. Je kunt telkens doorklikken naar meer informatie en tips.

Werk maken van persoonlijke hygiëne: do’s en don’ts

Persoonlijke hygiëne betekent in dit geval natuurlijk heel wat meer dan dat je fris gedoucht op je werk verschijnt. Als het erom gaat infectieziekten te voorkomen, zul je vooral veel zelfdiscipline moeten opbrengen. Hieronder vind je de voornaamste do’s en don’ts.

Let op je handen

Je handen vormen een belangrijke besmettingsbron omdat je ze voortdurend gebruikt voor allerlei handelingen. Op die manier kun je micro-organismen over tal van voorwerpen verspreiden. Ook kun je, als je hier niet heel scherp op let, contact hebben tussen mond en hand, waardoor bacteriën en virussen kunnen worden opgenomen door je lichaam.

Draag handschoenen

Als je werk doet waarvan je weet dat het (mogelijk) contact veroorzaakt met risicovol materiaal (zoals bloed, ontlasting en speeksel, maar ook contact met de huis van j een bekend geïnfecteerd persoon) , moet je uiteraard altijd handschoenen dragen (bij voorkeur latexvrije handschoenen in verband met risico op allergie). Doe ze na gebruik zorgvuldig uit, zonder contact te maken met de buitenkant. Was daarna je handen grondig.

Was of desinfecteer je handen op de juiste wijze

  • Was je handen met water en vloeibare zeep als ze zichtbaar vuil zijn. Gebruik in dit geval geen handdesinfecterend middel: zichtbaar vuil vermindert de werking hiervan.
  • Zijn je handen niet zichtbaar vuil? Dan mag je kiezen of je ze wast of desinfecteert. Beide methoden zijn effectief, als je tenminste op de juiste wijze te werk gaat.
  • Was je handen als volgt:
    • Maak je handen eerst nat met schoon water.
    • Breng pas daarna vloeibare zeep uit een dispenser op je handen aan.
    • Wrijf de zeep minimaal 10 seconden goed uit. Zorg dat je hierbij ook je duimen, vingertoppen, polsen en de huid tussen je vingers inzeept.
    • Spoel de zeep af met schoon water.
    • Droog je handen en polsen af met een schoon wegwerpdoekje.
    • Heb je geen no-touch kraan ter beschikking? Sluit dan de kraan met je elleboog of gebruik hiervoor een schoon wegwerpdoekje.
    • Gooi gebruikte doekjes weg.
    • Vermijd in de periode tot je de eerder geplande handelingen verricht ieder contact tussen je handen en mogelijk besmette voorwerpen, personen en dergelijke.
  • Desinfecteer je handen als volgt:
    • LET OP: alcohol werkt niet tegen alle besmettingen! Gebruik geen handalcohol waar ethanol in zit (kankerverwekkende stof) tenzij het niet anders kan.
    • Zorg dat je handen droog zijn. Vocht verdunt het desinfecterende middel en kan ervoor zorgen dat dit onvoldoende werkt.
    • Neem zoveel handdesinfecterend middel dat het kuiltje van je hand is gevuld.
    • Wrijf je handen hier helemaal mee in. Neem hierbij ook je duimen, vingertoppen, polsen en de huid tussen je vingers mee.
    • Zorg dat je handen zo lang nat blijven door het middel als door de fabrikant is voorgeschreven. Pas dan zijn alle ziekteverwekkers gedood.

Dek wondjes af

Je huid is in principe een goede barrière tegen besmetting. Is hij echter beschadigd, dan is het risico op besmetting groter, zelfs bij kleine verwondingen. Dek eventuele wonden of wondjes dus goed af met een waterafstotende pleister.

Niezen

Nies in de kom van de elleboog. Gebruik bij het snuiten een papieren zakdoekje en gooi dat meteen na gebruik weg. Was daarna de handen.

Sieraden en nagels

Het dragen van sieraden bij het verrichten van lichamelijke verzorging en verpleegkundige handelingen bij cliënten moet vanwege de risico’s worden ontraden.

Bij medewerkers die cliëntgebonden werkzaamheden verrichten, moeten de nagels kortgeknipt en schoon zijn. Er mogen geen kunstnagels worden gedragen.

Eten drinken en roken

In ruimtes waarin verzorgende handelingen worden verricht, wordt niet gegeten, gedronken of gerookt. Was handen ook vóór het nemen van een (korte) pauze.