Instrumenten ondernemingsraad
De positie van de ondernemingsraad (OR) ten aanzien van infectieziekten is in de Arbowet, het Arbobesluit en de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geregeld. De OR heeft op dit gebied niet alleen rechten, maar ook de verantwoordelijkheid om actief mee te denken en te beslissen over regelingen voor goede werkomstandigheden!
Belangrijke bepalingen zijn:
- Volgens artikel 28 van de WOR hoort de OR de naleving te bevorderen van de wettelijke voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden. De OR hoort zich dus hard te maken voor goed beleid tegen infectieziekten.
- De OR heeft recht op overleg met de werkgever over het beleid ten aanzien van biologische agentia (artikel 12 Arbowet).
- De OR heeft instemmingsrecht bij regelingen op het gebied van de arbeidsomstandigheden (artikel 27 WOR). Hier kan onder andere het infectiepreventiebeleid (waaronder bijvoorbeeld het vaccinatiebeleid en prikaccidentenprotocol) onder worden geschaard.
Specifiek voor biologische agentia geldt artikel 4.93 van het Arbobesluit:
- Desgevraagd wordt de OR of de personeelsvertegenwoordiging, of worden, bij het ontbreken daarvan, de belanghebbende werknemers geïnformeerd over:
- de wijze waarop de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 4.85, tot stand is gekomen en over het resultaat daarvan;
- de werkzaamheden waarbij de werknemers aan biologische agentia worden of kunnen worden blootgesteld;
- het aantal werknemers dat aan biologische agentia wordt of kan worden blootgesteld;
- de naam en de functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de veiligheid en de gezondheid op het werk;
- de genomen preventieve en beschermende maatregelen bedoeld in artikel 4.87a, derde lid, waaronder mede wordt verstaan de werkinstructie, de toegepaste arbeidsprocedés en werkmethoden.
- De ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging heeft of, bij het ontbreken daarvan, de belanghebbende werknemers hebben recht op inzage in de in dit artikel bedoelde informatie in statistische, niet tot individuen herleidbare vorm.
(N.B. artikel 4.92 is niet van toepassing aangezien er niet gericht met gevaarlijke biologische agentia wordt gewerkt, zie hiervoor artikel 4.86).