Verplichtingen werkgever op hoofdlijnen
Volgens de Arbowet moet iedere werkgever ervoor zorgen dat het werk geen schadelijke invloed heeft op de veiligheid en gezondheid van het personeel. Op het gebied van fysieke belasting moet de werkgever tenminste het volgende hebben geregeld:
- De arbeid wordt zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats wordt zodanig ingericht, een zodanige productie- en werkmethode wordt toegepast of zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden gebruikt, dat de fysieke belasting geen gevaren met zich kan brengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer (Arbobesluit Artikel 5.2).
- Voor zover de hiervoor bedoelde gevaren redelijkerwijs niet kunnen worden voorkomen:
- wordt de arbeid zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats zodanig ingericht, een zodanige productie- en werkmethode toegepast of worden zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt dat die gevaren zoveel als redelijkerwijs mogelijk is worden beperkt;
- worden in de risico-inventarisatie en -evaluatie, de veiligheids- en gezondheidsaspecten van de fysieke belasting beoordeeld, waarbij met name wordt gelet op de kenmerken van de last, de vereiste lichamelijke inspanning, de kenmerken van de werkomgeving en de eisen van de taak (Arbobesluit artikel 5.3).
- Tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd, worden de werkplekken ingericht volgens de ergonomische beginselen (Arbobesluit Artikel 5.4).
- Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij sprake is van het handmatig hanteren van lasten wordt doeltreffende voorlichting en doeltreffend onderricht gegeven over de wijze waarop lasten gehanteerd worden en de hieraan verbonden gevaren voor hun veiligheid en gezondheid en de te nemen maatregelen om deze gevaren zo veel mogelijk te beperken (Arbobesluit Artikel 5.5).
Voor werksituaties waarbij sprake is van fysieke belasting, is extra aandacht nodig voor medewerksters die extra kwetsbaar zijn vanwege Zwangerschap en borstvoeding:
Artikel 1.42. Organisatie van de arbeid
- Onverminderd artikel 4:5 van de Arbeidstijdenwet, organiseert de werkgever de arbeid van een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie zodanig, richt de arbeidsplaats zodanig in, past een zodanige productie- en werkmethode toe en laat zodanige arbeidsmiddelen gebruiken, dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.
- Indien nakoming van het eerste lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt door een tijdelijke aanpassing van de arbeid of door een tijdelijke aanpassing van de arbeids- en rusttijden voorkomen dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie wordt veroorzaakt, en wordt voorkomen dat een terugslag kan worden veroorzaakt op de zwangerschap of lactatie.
- Indien nakoming van het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is, wordt aan de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk andere arbeid gegeven.
- Indien nakoming van het derde lid redelijkerwijs niet mogelijk is, worden de zwangere werknemer en de werknemer tijdens de lactatie tijdelijk vrijgesteld van het verrichten van arbeid.
Artikel 1.42a. Voorlichting
- De werkgever zorgt voor doeltreffende voorlichting over de risico’s van de arbeid tijdens zwangerschap en lactatie en de maatregelen die zijn genomen om de risico’s te voorkomen. De voorlichting vindt plaats binnen twee weken nadat de zwangere werknemer of werknemer tijdens de lactatie aan de werkgever heeft gemeld zwanger te zijn dan wel werkzaam te zijn tijdens de lactatie.
Over deze arbocatalogus
Deze arbocatalogus is bedoeld om invulling aan de hierboven genoemde wetsartikelen (met name de artikelen 5.2, 5.3, 5.4, 5.5 en 1.42 van het Arbobesluit) te geven en daarmee werkgevers in de gehandicaptenzorg te ondersteunen bij het vormgeven van hun beleid rondom fysieke belasting.
De arbocatalogus is per 8 augustus 2024 positief getoetst door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Dit betekent dat de Nederlandse Arbeidsinspectie deze catalogus als referentiekader hanteert bij haar handhavingsbeleid. De catalogus is daarmee niet vrijblijvend. Organisaties kunnen ook op andere wijze invulling aan hun beleid rondom fysieke belasting geven dan in deze catalogus beschreven, maar moeten daarbij wel hetzelfde beschermingsniveau als hier beschreven bereiken.
Deze arbocatalogus is tot 8 augustus 2030 geldig. Voor deze datum dient de arbocatalogus volgens de laatste wetenschappelijke en praktische inzichten bijgewerkt te worden en opnieuw ter toetsing bij de Nederlandse Arbeidsinspectie te worden aangeboden.