8 oktober 2024
Gevaren van infectieziekten in de gehandicaptenzorg
Blootstelling aan micro-organismen (biologische agentia) kan uiteenlopende nadelige gezondheidseffecten hebben. Om scherp in beeld te krijgen welke risico’s je loopt, is een globale indeling in onderstaande categorieën praktisch.
Met deze gezondheidseffecten kun je te maken krijgen
- Blootstelling aan (levende) biologische agentia kan meer en minder ernstige infectieziekten Denk bijvoorbeeld aan griep, hepatitis A en B, MRSA, Noro-virus en HIV.
- Daarnaast kunnen biologische agentia en de stofwisselingsproducten die zij uitscheiden (exotoxines, endotoxines en mycotoxines) toxische (giftige) effecten Dit kan bijvoorbeeld leiden tot aantasting van de darmwand bij cholera, of ernstige longklachten en spierzwakte bij difterie. (NB. Strikt genomen zijn stofwisselingsproducten en restanten van dode micro-organismen geen ‘Biologische Agentia’ maar vallen onder ‘Gevaarlijke stoffen’. Op dat thema wordt niet ingegaan in deze Arbocatalogus).
- Ook allerlei allergische reacties zoals hooikoortsachtige verschijnselen, luchtwegproblemen en uitslag van de huid zijn mogelijk. Deze kunnen worden veroorzaakt door bacterie- en schimmelresten, afgestorven cellen (huidschilfers en haren), stoffen die giftige planten afscheiden en pollen, zaden en andere allergie veroorzakende plantendelen zoals meelstof.
- In sommige gevallen bestaat er een risico op mutagene effecten: veranderingen in erfelijke eigenschappen (DNA). Denk bijvoorbeeld aan aflatoxines op pinda’s.
- Ook is er soms kans op teratogene effecten (gevolgen voor de ongeboren vrucht tijdens zwangerschap). Voorbeelden hiervan zijn abortus door besmetting met Rode hond (Rubella) en aangeboren afwijkingen door besmetting met het Zika-virus.